Ga naar hoofdinhoud

Houtdag 2021: veel inhoud en veel plezier (plus aftermovie)

Ruim 300 personen woonden de jaarlijkse Houtdag van Het Houtblad bij. De ruime Parkzaal van Musis in Arnhem bood met zijn wand- en plafondbekleding van eikenfineer en open uitzicht op de bomen in het park een perfecte ambiance voor deze studiedag over hout. De uitreiking van de awards van de Nationale Houtbouwprijs verhoogde de feestvreugde.

Mondkapjes waren nog niet verplicht maar werden toch wel hier en daar gedragen door het publiek dat na QR-check naar binnen mocht in Musis. Ze werden welkom geheten door Jan Maurits Schouten, hoofdredacteur van Het Houtblad, de organiserende partij, die de rol van dagvoorzitter op zich genomen had. De middag was opgedeeld in drie blokken: een key note speaker, drie kortere innovatiepitches, een uitreikingsceremonie. Daarna was er steeds tijdens de pauze alle ruimte om de stands van de dertien sponsoren te bezoeken en te netwerken. (tekst gaat door onder de aftermovie).

De eerste key note was Shajay Bhooshan, partner bij archtiectenbureau Zaha Hadid. Hij benadrukte dat zijn bedrijf in principe materiaalneutraal is. Er wordt gekozen voor het materiaal dat het beste voldoet om een ontwerp te realiseren. Toch wordt ook bij Zaha Hadid nagedacht over meer biobased bouwen. Het ontwerp voor een houten voetbalstadion in Engeland is daar tekenend voor. Dat ontwerp haalde de wereldpers. Bhooshan hield zich wat op de vlakte of en wanneer dit stadion daadwerkelijk gebouwd gaat worden en of het dan ook daadwerkelijk zoveel hout zal bevatten als in het begin werd gesuggereerd. Het project voor de Green Rovers voetbalclub blijkt nog in de vergunningsfase te zitten.

Wel concreet zijn de containers met robots en houtbewerkingsmachines die nu al onderweg zijn naar Honduras. Bhooshan ontwikkelde een met grote vrijheid voor de bewoners samen te stellen groep woningen op basis van een kit of parts, een verzameling elementen waaruit de gebouwen kunnen worden gerealiseerd, conform Eurocode 5 en van hout. Hoewel het Midden-Amerikaanse land zwaar bebost is is er nog geen lamineerfabriek. Voor de eerste huizen zullen gelamineerde balken en plaatmateriaal van elders worden uitgevoerd. Dat basismateriaal kan dan wél ter plekke in de mobiele houtbewerkingsfabriekjes verwerkt worden tot de prefab onderdelen van de kit of parts waarmee de huizen worden gebouwd. Het is een heel andere manier van denken over geïndustrialiseerd en tegelijk geïndividualiseerd bouwen. En hout bleek voor die visie het beste bouwmateriaal.

Pitches waren er vervolgens van Karina Sultan, wiens AHBO, Architecten Houtbouw Overzicht in posterformaat de bezoekers na afloop allemaal meekregen. Sultan studeerde af op een onderzoek naar houtbouw dat zowel gaat over de argumenten die er voor pleiten als de technische basiskennis die voor bouwen met hout noodzakelijk is.

(tekst gaat door onder de fotoslides)

Daarna volgde Tim Stins die anders dan Bhooshan geen concreet project te bespreken had, maar wel als afstudeeropdracht een complete remontabele torenflat voor Den Haag bedacht, ook op basis van een kit of parts, gebaseerd op uitgebreide bestudering van bestaande hoge gebouwen van hout.

Satoru Muneda liet vervolgens overtuigend zien dat de eeuwenoude kigumi-technieken uit Japan met succes kunnen worden ingezet in moderne gebouwen, zoals onder anderen ook Shigeru Ban in meerdere projecten heeft aangetoond. Kenmerkeng aan kigumi is dat houten delen zodanig met elkaar verbonden worden dat metalen verbindingen overbodig zijn of in ieder geval veel minder nodig.

Na de pauze was de vloer voor Franco Piva, met zijn Ergodomus Timber Engineering actief over de hele wereld. De Italiaan kwam met een flink aantal voorbeelden over hoe door op een holistische manier naar een ontwerp te kijken er veel op houtgebruik bespaard kan worden. Waarbij hij met holistisch vooral bedoelt dat een constructeur zowel moet meedenken vanaf de eerste schetsen, tot kennis moet hebben van de manier waarop de verschillende houtfabrikanten produceren.

Daar sloot de pitch van Bram Niessen wel heel goed op aan. Hij onderzocht het trillingsgedrag van houten vloeren. Zijn onderzoek bevestigde een vermoeden dat constructeurs zich vaak aan de veilige kant opstellen bij het dimensioneren van kruislaaghouten vloeren. Een stevige vloer van CLT zal niet snel gaan trillen. Toch wordt hij vaak nóg steviger ingetekend om maar binnen de Eurocode-voorschriften te vallen en geen eigen studie te hoeven doen. Niessen schreef een stappenplan dat dit moet vergemakkelijken.

Vincent Raadschelders, op het laatst ingevlogen omdat er een uitvallende spreker was, hield een pleidooi voor constructieve veiligheid en een tool waarmee de verschillende ketenpartners in een proces kunnen uitzoeken wie waarvoor verantwoordelijk is.

Er komen verven aan waarmee we zonne-energie kunnen vastleggen of CO2 uit de lucht kunnen binden. Emile Stuy is daar van overtuigd en werkt er met zijn eigen verffabriek (Anker Stuy) ook aan mee vertelde hij in zijn pitch.

De laatste key note, niet meer gevolgd door pitches, was Robert Schmitz, partner bij White Arkitekter in Stockholm. Hij ging tot op behoorlijk detailniveau in op een van de grootste en hoogste houten gebouwen ter wereld dat hij ontwierp en dat onlangs werd geopend: het Sara Kulturhus.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Op de hoogte blijven van alles wat er speelt in de hout- en bouwsector? Word abonnee op Het Houtblad! Abonneer