Ga naar hoofdinhoud

Biobased en boerenbossen

Het is werkelijk verbazend hoe snel op het allerhoogste niveau ideeën over biobased bouwen worden overgenomen en in beleid omgezet. Lang leve olifantgras en rietsigaren. Maar de boomdroom moeten we niet laten varen.

Dat waren mooie voornemens, die minister De jonge van Volkshuisvesting in samenspraak met zijn landbouwcollega’s vlak voor Kerstmis aan de Tweede Kamer liet weten: een soort CO2-belasting op bouwmateriaal, al in te voeren in 2024, en een sterke stimulering van biobased isolatie- en afwerkingsmateriaal voor de bouw, met een nadruk op de productie ervan in eigen land.

Massaal op hennep over?


Dat is dan best hard gegaan, met die protesten tegen een oneerlijke MPG, die zich pas een jaar of twee geleden manifesteerden en waarover in 2021 de eerste kamervragen werden gesteld. Dat wat betreft die CO2, wat betreft het biobased bouwmateriaal: veel is nog in ontwikkeling, veel wacht nog op testen, attesten, toelatingen. Maar ondertussen wel verwachten dat de boeren massaal olifantgras, bamboe, hennep, lisdodde (dat riet met die sigaren) en tal van andere producten gaan verbouwen.

Markt gaat nog harder


De CO2-beprijzing zal te maken hebben met de markt die het afdwingt: opdrachtgevers in het maatschappelijk middenveld en ook particuliere ondernemingen zoals ontwikkelaars nemen de Sustainability Goals van de Verenigde Naties, de akkoorden van Parijs en het Klimaatakkoord een stuk serieuzer dan de overheid zelf. Het menselijk leven op de planeet redden moeten we immers allemaal samen doen. Dus is de druk op de wetgevers om houtbouw de plaats te geven die het verdient en nodig heeft zeer groot.

Tofu-teelt


En dat van die biobased producten begrijpen we ook. Want het biedt het zo gezochte ‘perspectief voor de boeren’, lees: de agroindustrie. Als daar het verdienmodel wegvalt omdat te veel beesten voor te veel stikstof zorgen en het verganisme nog niet zover is doorgevoerd dat overal op tofu-teelt kan worden overgeschakeld, dan is het jaarlijks oogsten van isolatiemateriaal en composietcomponenten iets wat het dichts bij de huidige praktijk ligt.

Niet-monoculturele groeisels

Maar… we dreigen dan wel een langer perspectief uit het oog te verliezen: een meer ecologisch en natuurinclusief Nederland. Want het verschil tussen onafzienbare maïsvelden voor het varkensvoer en diezelfde velden met monocultureel vlas is niet zo groot. Er zullen dezelfde monstertractors vergelijkbare oogstmachines-op-wielen doorheen trekken. En reken maar dat de Bayers en Basf’s van deze wereld weer middelen zullen bedenken om de insecten en niet-monoculturele groeisels te elimineren.

Akkers voor bos


Dat langere perspectief is inruilen van akker- en weideland voor biodiverse, duurzaam beheerde bossen. Productiebossen maar dan ook weer niet in monocultuur, maar loof- en naaldhout door elkaar. Waar flora en fauna redelijk ongestoord in kan groeien en nestelen en waar met zorg en voorzichtigheid in geoogst wordt voor hoogwaardig houtgebruik. Dierenboeren moeten geen biomassaboeren worden maar bosbouwers. Dat vergt een heel andere tijdlijn. De eerste oogsten zijn pas na een jaar of dertig. Maar dat is de investering waard, want het betekent juist perspectief op de korte termijn: het is nú dat we heel grote CO2-opzuigers nodig hebben en het is nú dat we aan soortenrijkdom moeten redden wat er nog te redden valt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Op de hoogte blijven van alles wat er speelt in de hout- en bouwsector? Word abonnee op Het Houtblad! Abonneer