Het onderwerp van het Nationaal Digitaal Houtbouwcongres 2020 is ‘Grootschalige woningbouw met hout’. Natuurlijk zitten we dan meteen midden in de eeuwige discussie, waarbij alles wordt doorgeredeneerd. Daarbij worden vaak ad-hoc-argumenten gebruikt om toch een soort gelijk te krijgen. Bijvoorbeeld: ‘Hout is goedkoop omdat je er heel snel en licht mee kan bouwen.’ ‘Ja, maar het is brandbaar!’ Uhhh..?
De hout vs. traditioneel-discussie is doorspekt met vooroordelen, conservatisme en vaste denkpatronen. Als een van de twee partijen gaat verkondigen dat zij eigenlijk óók heel duurzaam zijn, is dat vaak een teken dat ze voelen dat ze op termijn de discussie zullen verliezen…
Centen verdienen met houtbouw
Liever heb ik het over het beste argument: de betaalbaarheid, of beter gezegd: de winst. Als je er (meer) centen mee kan verdienen zijn de anderen snel uitgepraat. Laat ik in aanloop van het Nationaal Digitaal Houtbouwcongres 2020 hier vast een voorzet voor doen.
Geen kanaalplaten omrekenen
De makkelijkste stap om te beginnen is om te dènken vanuit hout in plaats van alleen te verkondigen dat ‘we allemaal in hout moeten gaan bouwen.’ Daarbij is van belang om verder te kijken dan alleen het moment van realisatie. De financiële baten op lange termijn mag je namelijk best meenemen om het complete plaatje helder te krijgen. Zo voorkom je meteen dat je de kalkzandsteen en kanaalplaat in je kostencalculatie vervangt door hout en dan de conclusie trekt dat het duurder is. Dat is een praktijk die ik vaak tegenkom en dat werkt niet.
De bekende financiële voordelen van houtbouw
Bij houtbouw gaat om het ‘integraal integreren’ van houtbouw in het gehele proces. Daar liggen de bekende financiële voordelen die we allemaal op kunnen sommen: de productie (arbeidstijd per strekkende meter) is veel lager, de fundering wel tot 20% goedkoper uitgevoerd worden, houtbouw kan veel sneller geprefabd worden wat tijdwinst (en geld) scheelt op de bouwplaats (wat alleen maar meer wordt als je de moderne technieken en ontwikkelingen in houtbouw goed weet te integreren), tenslotte kan je ook emissieloos (stikstofvrij) bouwen wat in deze tijd euro’s op levert.
Hoe meer houtbouw hoe goedkoper
Integreer je het bovenstaande integraal in je bouwontwikkeling, dan ben je reeds concurrerend bezig met de meer traditionele bouwmethoden. En natuurlijk: hoe meer we zo gaan bouwen, hoe goedkoper het zal worden.
Natuurlijke omgeving, beter presteren
Vervolgens heb je je houten gebouw staan. En dan wordt het pas echt interessant. Dan gaan namelijk argumenten spelen waar de traditionele bouw heimelijk stil over blijft: de biophilic aspecten. Hoe meer natuurlijke aspecten we integreren in onze gebouwde omgeving, hoe prettiger wij ons voelen: hoger welzijnsgevoel, beter presteren, minder ziek, gelukkiger en gezonder. Houtbouw verbetert het binnenklimaat door haar vocht- en warmteregulerende eigenschappen, het verbetert op natuurlijke wijze de luchtkwaliteit binnenshuis vanwege de hypoallergene eigenschappen, de natuurlijke geur werkt rustgevend, het is van nature geluiddempend en het biedt uitstekende ruisbeheersing.
Huurder voelt zich fijner in houtbouw
Blootstelling van de mens aan hout binnenshuis heeft rechtstreeks verband met positieve psychofysiologische reacties. Dus de koper betaalt graag meer voor zijn huis of is bereid om hogere huur te betalen. In het geval van utiliteitsbouw zie je hogere productie, minder ziekteverzuim en personeelswisselingen. Onderzoeken wijzen dit uit tot in tientallen procenten. Natuurlijk heeft de sociale woningbouw daar minder aan (die woningbouw profiteert wel van het algemener worden van houtbouw, overigens). De huurder zal zich natuurlijk wel fijner en gezonder voelen in een meer natuurlijk omgeving, wat op regionale of zelfs landelijke schaal grote financiële maatschappelijke voordelen oplevert.
Combi van voordelen houtbouw
Concluderend kan je dus stellen dat houtbouw door de combi van financiële voordelen gedurende de bouw en ontwikkelingsfasen en de financiële baten gedurende het gebruik van het gebouw een goedkopere en betere bouwwijze is dan meer traditionele bouwmethoden.
En dan hebben we het nog niet eens over de (financiële) voordelen die nog niet gewaardeerd worden in dergelijke vergelijkingen: losmaakbaarheid, flexibiliteit, circulaire restwaarde, CO2 opslag ipv verbruik en hergroeibaarheid. Laten we het daar maar niet over hebben, want men zou zo maar kunnen zeggen dat we er maar argumenten bij blijven slepen om maar gelijk te krijgen.
21 sept 2020, Daan Bruggink, Orga Architect.