Helemaal vol zat de kersenhouten Hertz-zaal niet, maar in totaal 300 bezoekers zagen elkaar bepaald wel staan tijdens de Houtdag 2022, op 15 november. Vooral in de pauzes, bij de stands van de sponsoren, was het vaak dringen. Inhoudelijk was het programma heel interessant.
Dat programma bestond zoals gebruikelijk uit sprekers uit binnen- en buitenland. Ze waren aangezocht om het thema van deze Houtdag, ‘houtbouw zoals het moet’ vanuit diverse invalshoeken te belichten. Na een welkomstwoord van dagvoorzitter Jan Maurits Schouten (hoofdredacteur Het Houtblad) waren dat achtereenvolgens branddeskundige Ruud van Herpen (Peutz, TUe) die brand onderzoekt in het licht van de ‘resilience’ van gebouwen: blijft er wat over na een flinke brand in een houten gebouw. Zijn gemengde boodschap: hout brandt nu eenmaal beter dan steen of beton en ook het verkolen van CLT is niet probleemloos, wand er kan delaminatie optreden en dan begint de brand opnieuw. Aan de andere kant ziet Van Herpen geen problemen en veel voordelen in houtbouw, zolang er maar verstandig met gipsplaten en sprinklers wordt gerekend. Na Van Herpen was het de pas afgestudeerde Sjoerd van Hedel, die een uitneembaar vloersysteem bedacht dat veel circulairder is dan de bestaande methodes, Norbert Schotte (Gideons Tribe), die zich druk maakt om een betere verrekening van biobased bouwmateriaal in de MPG en aan Marcus Schiere, die namens Hupkens Wijma kwam vertellen over de 800 meter houten lange fietsbrug die het bedrijf realiseerde tussen Winschoten en Blauwe stad. Schouten verraste Schiere met een Eervolle Vermelding voor dit project namens de jury van de Nationale Houtbouwprijs (klik hier om te lezen over de winnaars van die prijs).
In de pauze was het weer netwerken geblazen voor de bezoekers. Het publiek bestond voor een groot deel uit architecten, (hout) constructeurs en bouwbedrijven. Verder waren er docenten met studenten aanwezig. En natuurlijk de genomineerde projecten voor de Nationale Houtbouwprijs. De pauze verliep geanimeerd.
Na de pauze was eerst het woord aan Ronald Schilt (Merosch) hij vindt dat bouwplannen ambitieuzer kunnen en dat de houtbouwbedrijven, houtminded architecten en ontwikkelaars daar stukken ambitieuzer in mogen zijn. ‘Mik op Mars’ is zijn boodschap. Schilt is veel betrokken bij tenders voor duurzame wijken en vindt dat bouwen met biobased materialen dan zo’n beetje de ondergrens vormt. Na Schilt was het woord aan Max Drath (Aveco De Bonth), architect en bouwbioloog die er op wees dat tot 200 jaar geleden iedereen biobased bouwde en dat er heel veel kennis over de werking van biobased producten bestaat. Dampopen bouwen met biobased producten en bijvoorbeeld gips en leemstuc kan enorm besparen op dure, materiaalintensieve, installaties. De laatste spreker in dit blok was Rene Klaassen (SHR) ook hij hield een gleodvol betoog voor het beter zichtbaar maken van de voordelen van houtbouw. Het feit dat hout kan rotten, zo zei hij, is een bewijs van dat het weer kan opgaan in de natuur. Wat in wezen een positief ding is.
Daarna was er weer een korte pauze. Even op adem komen, weer nieuwe mensen spreken, oude bekenden ontmoeten en informatie inwinnen bij de stands.
Daarna was alweer het laatste blok aangebroken (voor de borrel) de Key Note speaker Konrad Merz, constructeur uit Zwitserland, die betrokken is bij heel veel aansprekende houtbouwprojecten in de Duitstalige landen (maar uitstekend Engels spreekt, mede omdat hij een paar jaar in Canada gewerkt heeft). Merz hengelde heel nadrukkelijk naar eventueel geïnteresseerde constructeurs in de zaal want hij is op zoek naar personeel. Inhoudelijk legde hij een paar aspecten van aansprekende projecten uit, zoals de modulebouw voor een kantoor van de Duitse federale regering en een kapel van CLT op een 2000 meter hoge bergtop in zijn geboorteland. Na Merz’ verhaal accelereerde de Nationale Houtbouwprijs naar zijn apotheose en brak de borrel aan.
